Cees Korvinus houdt 27ste Burgemeester Daleslezing
Hieronder vindt u de hele toespraak die de heer Cees Korvinus heeft gegeven ter gelegenheid van de 27ste Burgemeester Daleslezing. Deze lezing werd gehouden op 26 januari 2024.
Bescherming Grondwet en grondrechten belangrijker dan ooit
Allereerst wil ik het uitvoerend comité van de Ien Daleslezing uitvoerig bedanken voor de eer hier te mogen spreken. Ik treed daarmee in de voetsporen van onder meer Boris Dittrich, Femke Halsema, Sinan Can, Gerard Spong en Ahmed Marcouch, om enkelen te noemen.
Boris Dittrich was mijn kantoorgenoot in de Jaren 80 op ons advocatenkantoor in Amsterdam. Ik bewonder Dittrich als een onvermoeibaar strijder voor mensenrechten; hij is onder andere ambassadeur voor Human Rights Watch en thans kamerlid voor D66. Ons kantoor voerde destijds onder meer processen tegen de plaatsing van kruisraketten.
Een ander die ik hier graag wil vermelden is Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam, die mij destijds als fractieleider van GroenLinks, persoonlijk over-haalde om mij kandidaat te stellen voor de 2e kamer verkiezingen in 2006. Ik heb zeer veel respect voor haar en voor de wijze waarop zij in een stad met meer dan 160 nationaliteiten allerlei groepen weet te verbinden.
Ook wil ik graag Sinan Can noemen, met wie ik destijds bij de VARA heb mogen samenwerken toen hij verbonden was aan het onderzoeksprogramma Zembla. Hij maakt belangrijke documentaires die bijdragen aan verbinding, onder meer over het midden oosten, maar ook over achterstandswijken van Europese metropolen, en is later een persoonlijke vriend geworden. Zijn lezing was zeer inspirerend.
Ik noem ook graag mijn zeer gewaardeerde vriend en collega Gerard Spong, die een sterke verhandeling gaf wat betreft de geschiedenis en het belang van het vrijheidsbeginselen en al wees op de gevaren van de PVV in zijn lezing.
Ten slotte, noem ik Ahmed Marcouch, oud-politieman te Amsterdam, oud-Kamerlid voor de PvdA en thans burgemeester van Arnhem, die vorig jaar een zeer inspirerende lezing hield. Allen spraken wijze woorden die mij hielpen om vandaag dit betoog voor u te houden.
Sinds 22 November 2023, de verkiezingsavond, staat de grote urgentie van het hoofdonderwerp van deze jaarlijks terug kerende lezing meer dan ooit vast; artikel 1 van de grondwet: “allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid, of op welke grond dan ook is niet toegestaan”.
In een tijd waarin we niet alleen in Nederland, maar wereldwijd, voor zeer grote uitdagingen staan wat betreft klimaat, gezondheid, armoede, conflict en discriminatie, zijn Wilders en zijn PVV, extreem rechts, is met 37 zetels in de 2e kamer gekomen. Een zwarte bladzijde voor de democratie. Niet eerder moest bij formatiebesprekingen onderhandeld worden over het eerbiedigen van de Grondwet, waar nota bene elk kamerlid trouw aan dient te zweren. Het is een teken aan de wand dat de formatie-besprekingen voor een nieuw kabinet hiermee zijn begonnen. Het was Wilders die destijds het anti- discriminatie artikel uit de Grondwet wilde schrappen en voorstelde de strafbaarheid van discriminatie uit het Wetboek van Strafrecht te halen.
Ik zal verderop in deze lezing ingaan op de opkomst van rechts populisme in Nederland en in Europa en de verwachte gevolgen daarvan. Maar eerst wil ik u graag meenemen in de wereld van het strafrecht, waarin niet alleen notoire criminelen worden verdedigd, maar ook artsen, rechters, notarissen, legale bedrijven en ook 2e Kamerleden, om maar een paar categorieën te noemen. In het strafrecht worden alle personen, die op dat moment nog verdachten zijn, voor onschuldig gehouden totdat de rechter in hun zaak definitief heeft beslist. Dit op grond van de onschuldpresumptie, welke in de Grondwet en in Mensenrechtenverdragen verankerd is. Voor de wet is eenieder gelijk, in gelijke gevallen, wordt men gelijk behandeld. Niet in de Grondwet maar wel in Mensenrechtenverdragen is verankerd dat eenieder die vervolgd wordt het recht heeft op een eerlijk proces. Dit is in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens verankerd in artikel 6. Advocaten- en met name strafrecht-advocaten – hebben als belangrijke taak om eraan bij te dragen dat eenieder die wordt vervolgd tenminste aanspraak mag maken op het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke rechter.
Dit uitgangspunt betekent dat de rechtsprekende macht onafhankelijk behoort te zijn van de uitvoerende macht en de wetgevende macht, de trias politica. Om dit te adstrueren ga ik u meenemen naar de zaak Peter Vencken in 2003.
Vencken deed weekenddienst als arts-assistent in een ziekhuis in het zuiden van het land. Op vrijdagmiddag werd een patiënt binnengebracht met ernstig hersenletsel, waarvan de prognose zeer somber was. Al snel werd de familie naar het ziekenhuis geroepen om afscheid te nemen. De patiënt kreeg ernstige complicaties aan de luchtwegen en dreigde te stikken. De familie vroeg de arts of hij niet iets kon doen om het lijden te verzachten; hij verhoogde de morfine en diende Dormicum toe. Daarop werd de patiënt rustiger. De volgende dag overleed hij. Na het weekend alarmeerde de hoofdverpleegster het hoofd van de afdeling dat er medicatie was toegediend door de weekendarts aan de betreffende patiënt waarna deze was overleden. Het hoofd van de afdeling concludeerde dat hier sprake was van moord en informeerde het ziekenhuisbestuur, dat vervolgens contact opnam met de officier van justitie. Naar aanleiding daarvan werd de arts-assistent werd aangehouden en in staat van beschuldiging gesteld. In persberichten werd door het openbare ministerie meegedeeld dat een arts was aangehouden op verdenking van moord/ doodslag op een patiënt. Ik werd als advocaat om bijstand gevraagd door Vencken en slaagde erin om hem na 8 dagen geschorst te krijgen uit de voorlopige hechtenis.
Het NFI had geconcludeerd dat de door Vencken toegediende medicatie de belangrijkste aantoonbare oorzaak zou zijn om de dood van de patiënt te verklaren. De door de verdediging ingeschakelde professoren rapporteerde echter dat hier sprake was van medisch handelen om het lijden van de patiënt te verzachten en dat niet kon worden vastgesteld dat het toedienen van deze medicatie de dood zou hebben bespoedigd of veroorzaakt. Daarmee viel feitelijk de grondslag voor de vervolging weg; de zaak werd echter toch doorgezet door het OM, op instigatie van de toenmalige Minister van Justitie Donner, die van mening was dat hier sprake was van onregelmatige euthanasie en dat artsen op deze onrechtmatige wijze de wet zouden willen omzeilen. Zijn opvattingen stonden daarmee lijnrecht tegenover de heersende praktijk op intensive care afdelingen van ziekenhuizen waarbij ook in die tijd al extra morfine- en Dormicum-toediening werd toegepast bij patiënten bij wie de behandeling werd gestaakt.
Vencken werd door de rechtbank volledig vrijgesproken waarna het Openbaar Ministerie in hoger beroep ging. In hoger beroep vond eerst een regiezitting plaats waarna de behandelend advocaat-generaal intern te kennen had gegeven dat hij in hoger beroep vrijspraak zou vorderen. Minister Donner greep vervolgens opnieuw in en liet de behandelend advocaat-generaal van de zaak afhalen en zorgde ervoor dat bij het hof een advocaat-generaal uit Den Haag werd ingevlogen om alsnog een veroordeling voor moord te eisen. De behandelend advocaat-generaal werd daarmee op een zijspoor gezet en kreeg later een berisping voor zijn weigering om geen veroordeling te eisen. Het Hof trok zich na het laatste woord van dr. Vencken terug om zich te beraden over de uitspraak en kwam binnen een half uur met het verlossende woord, Vencken werd opnieuw volledig vrijgesproken in 2005.
Donner uitte zich publiekelijk uiterst kritisch in de pers over deze uitspraak, maar uiteindelijk ging het OM niet meer in cassatie. In 2006 werd de Inspectie Volksgezondheid en het OM ernstig bekritiseerd door het Medisch Tuchtcollege voor hun opstelling in deze zaak.
De uitspraak in de strafzaak en de tuchtzaak zijn voor de KNMG vervolgens aanleiding geweest om een medisch protocol op te stellen voor palliatieve sedatie. Sedertdien is palliatieve sedatie onderdeel geworden van de behandeling in de laatste fase van het leven.
Misschien is het u niet opgevallen maar zelfs in Sterreclame wordt hiervoor aandacht gevraagd tegenwoordig. Daarnaast is door een aantal huisartsen een palliatieve sedatie-kit voor thuisgebruik ontwikkeld.
Ik vertel u dit verhaal enerzijds om aan te geven wat het belang is van de strafrecht advocatuur voor de belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen en het beschermen van eenieder tegen strafrechtelijke willekeur in de vervolging (willekeur van de Staat). Het geeft ook het belang aan van een eerlijk proces en een onafhankelijke rechter. Ik bespreek deze zaak echter vooral vanwege de inmenging van de Minister van Justitie in de rechtsgang. Door een wijziging van artikel 5 in de Wet op de Rechtelijke Organisatie in 1998 heeft de Minister van Justitie de mogelijkheid gekregen, veel sterker dan voorheen, om in te grijpen en aanwijzingen te geven aan het OM wat betreft een vervolging. Voorstanders van een magistratelijk OM, het OM als aanklagers en onderdeel van de rechterlijke macht, hebben destijds uitdrukkelijk bezwaar gemaakt tegen het op deze wijze degraderen van het OM als een buitendienst van Justitie. Voor een enkel lid van het OM was dit een aanleiding om ontslag te nemen. Deze aanwijzingsbevoegdheid geeft een minister van justitie de mogelijkheid om in te grijpen in een strafrechtelijke vervolging. In verkeerde handen kan dit leiden tot politiek geïnstrueerde strafvervolging.
Het is Wilders geweest – in zijn eigen vervolging wegens groepsbelediging – die heeft geprobeerd om via zijn advocaat aan te tonen dat zijn zaak politiek geïnstrueerd was en dat de minister persoonlijk een aanwijzing zou hebben gegeven om hem te vervolgen, waarmee hij wilde betogen dat zijn vervolging in feite een politiek proces was, op grond waarvan het OM niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard. In het bewijs hiervan is Wilders niet geslaagd. Er was geen aantoonbaar bewijs van inmenging van de Minister van Justitie en Wilders werd dan ook veroordeeld door het hof voor zijn “minder Marokkanen-uitspraak” als zijnde groepsbelediging; ook bij de Hoge Raad bleef deze uitspraak in stand.
Daarmee zijn we terug bij Wilders en zijn PVV. Belangrijke punten uit het PVV-programma zijn[1], en ik wil deze uitdrukkelijk opsommen zodat eenieder weet wat zijn gedachtegoed is:
In het voorwoord van zijn programma staat:
“Geen miljardenuitgaven meer aan links-liberaal ideologisch beleid als stikstof en klimaat. Geen open grenzen en onbetaalbare massa-immigratie meer.”
“Want Nederland is Nederland niet meer.
We zien het allemaal om ons heen. Ons land is overvol. Onze wijken en steden vaak onherkenbaar met veel overlast en criminaliteit. We moeten Nederland terugveroveren. Het sluiten van onze grenzen voor nog meer gelukszoekers uit andere culturen is daarbij noodzakelijk. En echte vluchtelingen moeten niet meer hier, maar in hun eigen regio worden opgevangen.”
Onder het hoofdstuk Asiel en immigratie staat onder meer:
“De PVV wil voor u:
- Asielstop en algeheel restrictief immigratiebeleid
- Opt out EU-regelgeving asiel en migratie, opzeggen VN-Vluchtelingen-verdrag
- De Nederlandse grensbewaking wordt in ere hersteld, pushbacks van asielzoekers die uit onze veilige buurlanden Nederland in willen komen
- Strafbaar stellen illegaliteit: illegalen vastzetten en uitzetten
- Nederland is geen islamitisch land: geen islamitische scholen, korans en moskeeën
- Verbod dubbele nationaliteit
- Verbod dragen van islamitische hoofddoekjes in overheidsgebouwen inclusief de Staten-Generaal”
Enkele punten onder het hoofdstuk veiligheid:
“De PVV wil voor u:
- Streng regime in gevangenissen; gevangenen moeten een uniform dragen en 40 uur per week arbeid verrichten
- Forse versobering gevangenisregime (…)
- Digitale schandpaal voor daders van geweld- en zedenmisdrijven
- Afschaffen TBS
- Geen vervroegde vrijlating. Celstraf moet geheel uitgezeten worden.”
Onder het hoofdstuk Klimaat en energie:
“De PVV wil voor u:
- Stoppen met de miljarden verslindende reductie van CO2
- Terugtrekken uit het VN-Klimaatakkoord; Klimaatwet intrekken
Onder het hoofdstuk Democratie, cultuur en publieke omroep:
“De PVV wil voor u:
- Afschaffen Eerste Kamer
- Gemeenten werken niet mee aan gender-maatregelen, klimaatwaanzin
- De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme moet weg
- Excuses voor het slavernijverleden en de politionele acties worden ingetrokken
- Stoppen met kunst- en cultuursubsidies
- Handen af van onze tradities: Zwarte Piet, Kerstmis en Pasen blijven
Onder het hoofdstuk Onderwijs
“De PVV wil voor u:
- Verbod op islamitisch onderwijs, omdat dat onze vrijheid en onze waarden bedreigt”
Onder het hoofdstuk Buitenlandse zaken, EU en ontwikkelingshulp:
“De PVV wil voor u:
- Volledige stop op ontwikkelingshulp
- Geen minister voor Ontwikkelingshulp meer
- Zolang het referendum over Nexit niet gehouden is:
- Zetten wij in op het terughalen van onze miljarden uit Brussel en een fors lagere EU-afdracht. Nederland worden netto-ontvangen in plaats van betaler
- Geen overdracht van bevoegdheden aan de EU, maar het terughalen ervan”
Op pag. 29 onder het kopje Democratie, cultuur en publieke omroep staat de kern van het gedachtengoed van Wilders’ PVV:
“Onze democratie werkt niet. Steeds weer krijgt dezelfde groep mensen z’n zin: hoogopgeleid Nederland. Die is in overweldigende mate georiënteerd op D66 en GroenLinks en andere links-liberalen. Met allemaal dezelfde ideeën over de EU, massa immigratie en klimaat. Daarom wordt onze soevereiniteit weggegeven aan Brussel, ons land volgebouwd met windmolens en puilt Nederland uit van AZC’s. De rest mag wel belasting betalen, maar niet meepraten. De elite regeert.”
In het rapport “De Partijprogramma’s voor de verkiezingen 2023 Rechtstatelijk?” opgesteld door de Commissie Rechtsstatelijkheid in Verkiezingsprogramma’s, op verzoek van de Nederlandse Orde van Advocaten wordt over het partijprogramma van de PVV, onder meer het volgende opgemerkt onder de rubriek “Rood”, hetgeen staat voor plannen die regelrecht in strijd zijn met de rechtsstaat[2]:
De commissie signaleert dat het opleggen van minimumstraffen en het in bepaalde gevallen onmogelijk maken van taakstraffen rechtsstatelijk onjuist is. Op deze wijze beperkt de wetgever de rechter in zijn beoordelingsvrijheid, hetgeen spanning kan opleveren met het in onze constitutie gehuldigde principe van de trias politica. Ook het aan de digitale schandpaal nagelen van daders van gewelds – en zedenmisdrijven, zoals voorgestaan op pagina 14, roept rechtsstatelijk vraagtekens op.
De (op pagina 7) door de Partij voor de Vrijheid voorgestelde algehele asielstop is in strijd met de thans geldende verdragen en de van toepassing zijnde wet – en regelgeving. Ofschoon verdragen kunnen worden opgezegd en wetten kunnen worden gewijzigd, laat dit onverlet dat een asielstop strijd oplevert met fundamentele mensenrechten en ook op gespannen voet staat met het rechtszekerheidsbeginsel. Ook het als regel hanteren dat onrechtmatig verblijvende vreemdelingen altijd moeten worden vastgezet, levert strijd op met geldende regels, meer bepaald de EU – terugkeerrichtlijn. Het denaturaliseren van criminelen die wellicht ‘staatloos’ het land worden uitgezet verdraagt zich niet met het in onze rechtsstaat gewortelde respect voor fundamentele rechten.
De (op pagina 6) gelegde relatie tussen crimineel gedrag enerzijds en allochtone afkomst anderzijds acht de commissie direct discriminerend jegens sommige groepen in de Nederlandse samenleving.
Het standpunt dat er geen islamitische scholen, korans en moskeeën mogen zijn onder de noemer wij willen minder islam in Nederland is in strijd met het grondwettelijk recht op godsdienstvrijheid en gelijke behandeling. De invoering van een systeem van administratieve detentie voor tienduizenden jihad sympathisanten die waar nodig preventief opgesloten kunnen worden verdraagt zich daarnaast niet met het legaliteitsbeginsel en de noodzakelijke toets door een onafhankelijke rechter in het kader van een zorgvuldige procedure.
De stellingname (op pagina 14) dat levenslange gevangenisstraf weer echt levenslang wordt, is in strijd met het bepaalde in artikel 3 EVRM. Het vanaf 14 jaar altijd volwassenenstrafecht toepassen bij zeden – en geweldsdelicten is in strijd met artikel 40 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind en de beoordelingsruimte die de rechterlijke macht in een rechtstaat toekomt.
Het intrekken van een paar wetsvoorstellen maakt dat niet anders. Het staat nog steeds in zijn partijprogramma.
Zijn partijprogramma gaat over Nederland weer teruggeven aan de Nederlanders. Er is een grote gelijkenis tussen zijn programma en dat van Trump, make America great again, dezelfde kretologie. Noreena Hertz, econoom, schrijfster, en hoogleraar aan de University College London, en ondanks benoemd tot ‘one of the world’s leading thinkers’ door de Observer, verwoord het in haar boek “De Eenzame Eeuw, Het herstellen van menselijk contact in een wereld die steeds verder ontrafelt”, als volgt[3]:
“Of de gemeenschap die wordt aangeboden nu online of persoonlijk is, ze deelt natuurlijk één specifiek kenmerk: de openlijke uitsluiting van anderen. Naast de gerichtheid van rechts-populistische partijen op het erbij horen, met hun bieravonden en springkastelen, is er namelijk altijd een duidelijke boodschap geweest over wie er niét uitgenodigd wordt. Denk bijvoorbeeld aan de duizenden stemmen die als in de kerk spreekkoren aanheffen op Trump-rally’s: ‘Bouw de muur!’ De impliciete tekst van de rechts-populistische boodschap van saamhorigheid gaat over raciale, religieuze of nationalistische uitsluiting. Over ‘ons’ en ‘hun’, ‘wij’ en ‘zij’. Daarin schuilt het grootste gevaar.
Terwijl ze mikken op degenen die zich eenzaam en in de steek gelaten voelen en een gemeenschap creëren in een nationalistisch of raciaal kader, maken populistische leiders hun tribalisme tot een wapen tegen mensen die anders zijn. Deze politici hebben ingezien dat voor degenen die zich buitengesloten, achtergelaten en eenzaam voelen, voor degenen die niet gewend zijn om met verschillen om te gaan en wier traditionele bronnen van identiteit – of het nu gaat om klasse, werk of kerk – niet meer zo sterk of veilig zijn als ze ooit waren.
‘Sociale identiteiten als nationaliteit, etniciteit, taal en geslacht worden veel aantrekkelijker als bronnen van zingeving [en] zelfrespect […] Aan deze ‘bronnen’ zou ik de aantrekkingskracht van het ‘erbij horen’ willen toevoegen. Hier neemt het manipuleren van eenzaamheid en isolement door populisten zijn lelijkste, meest verdeeldheid zaaiende vorm aan.
Geestverwanten van Wilders zijn Orban in Hongarije, Giorgia Meloni in Italië, Marine Le Pen in Frankrijk, de AFD in Duitsland, deze partijen staan net als Wilders hoog in de peilingen. Zij hanteren dezelfde slogans en strategieën om de bevolking te bespelen.
Het is voor het eerst niet denkbeeldig dat wij een kabinet Wilders gaan krijgen. De sleutel ligt in handen van Pieter Omtzigt en zijn NSC. Zijn partij, in feite een CDA 2.0, welke partij nota bene de verkiezingen in is gegaan op thema’s als de Grondwet en een Constitutioneel Hof, doet mee aan de onderhandelingen voor een toekomstig kabinet. Hoewel hij aanvankelijk vóór de verkiezingen enige aansluiting leek te vinden met Frans Timmermans en het GroenLinks/PvdA-programma, heeft hij zich inmiddels gepositioneerd aan de rechterflank. Kennelijk is ook voor hem migratie het belangrijkste thema. Over het thema migratie en uitsluiten van andere groepen bij de rechtspopulisten schreef Hertz het volgende:
“Door het gevoel van verlatenheid en marginalisering van hun volgelingen te versterken en dit in stelling te brengen tegen een schijnbare politieke bevoordeling van mensen die anders zijn dan zij – doorgaans immigranten – wakkert het angst zaaien door de rechts-populisten de emoties, vrees en onzekerheid van hun volgelingen aan en manipuleert het etnische en religieuze verschillen om loyaliteit en steun te verkrijgen. Ze combineren dit met een nostalgische verwijzing naar een vervlogen tijdperk waarin mensen – volgens hun versie van de geschiedenis – meer verbonden, gelukkiger en beter af waren voordat ‘die immigranten kwamen en je uitkeringen en banen stalen’.“[4]
We weten niet of er een kabinet Wilders gaat komen, maar het is reden voor grote zorg. Wilders wil 1 miljoen Nederlanders uitsluiten en vindt journalisten ongeregeld tuig en rechters knettergek. Aan zo iemand zou geen enkele politieke partij zich moeten verbinden.
Overigens is het, als we naar de geschiedenis kijken, niet vreemd dat juist het CDA 2.0 van Pieter Omzigt en de VVD zich inlaten met Wilders. Dat gebeurde ook in 2010, toen werd door deze 2 partijen, Wilders als gedoogpartner in een kabinet van VVD en CDA gehaald. Dat kabinet was overigens geen lang leven beschoren, het spatte na 2 jaar uit elkaar. Voor Rutte was dat de rede om nooit meer met de PVV van Wilders te willen samenwerken. De huidige partijleider van de VVD heeft de deur voor Wilders tijdens de verkiezingscampagne opengezet en daarmee de PVV salonfähig gemaakt. De grote overwinning van Wilders in deze verkiezingen zijn allereerst de wijten aan de wijze waarop Rutte en zijn VVD het kabinet in de zomer van vorig jaar hebben laten vallen op het thema migratie.
Hoewel er in het kabinet een zekere mate van overeenstemming was wat betreft beperkingen in het vreemdelingenbeleid, was dit echter voor de rechterflank van de VVD onvoldoende. Daarmee werd migratie tot hoofdthema verklaard van de verkiezingen. Daar komt bij dat het toeslagenschandaal, veroorzaakt door de institutionele discriminatie bij de belastingdienst, nog vers in het geheugen lag en nog steeds niet is afgerond. Ook de trage afhandeling van de gevolgen van de schade veroorzaakt door gaswinning in Groningen voedt het wantrouwen tegen de politiek. Ten slotte speelt ook de vermeende achterstelling van de provincies ten opzichte van de grote steden een grote rol in de verkiezingsuitslag. Het niet oplossen van de stikstof problematiek en daarmee gepaard gaande vertraging in de woningbouw, komen daar nog eens bij. Al deze elementen hebben bijgedragen aan de ruk naar rechts. Aangezien de verkiezingsuitslag een meerderheid voor rechts betekend in de 2e kamer ruiken zij hun kans. Daarbij wordt vergeten dat zowel bij de VVD als het NSC van Omzigt een deel van de kiezers samenwerking met Wilders verwerpt.
Er zijn stemmen die zeggen ‘laat het hem maar proberen’. Om enkele voorbeelden te noemen van gevolgen uit landen waar extreemrechts al een grote rol speelt: In Italië heeft het hooggerechtshof onlangs uitgesproken dat onder bepaalde omstandigheden de Hitlergroet een vorm van vrijheid van meningsuiting kan zijn. In Polen werden rechters die uitspraken die afweken van de PIS richtlijnen, vervangen en/of tuchtrechtelijk bestraft.
Als er een kabinet Wilders komt zal al het beleid ten aanzien van vreemdelingen versoberen en ook zullen de regels voor toegang tot Nederland verder worden aangescherpt. Internationaal zal Nederland worden geïsoleerd, hetgeen gevolgen zal hebben voor de internationale concurrentiepositie van ons bedrijfsleven. Om nog niet te spreken van de directe gevolgen voor Nederlandse sectoren die afhankelijk zijn van arbeidsmigratie. Het algemene klimaat zal onvriendelijk zijn tegenover buitenlanders en verdeeldheid zal de boventoon voeren. Nederland zal een minder tolerant land worden. Milieumaatregelen zullen tot stilstand komen, de cultuursector bedreigd door het intrekken van subsidies en discriminatie van minderheden zal toenemen.
Dit toekomstbeeld wil ik niet te somber maken, want ongetwijfeld zullen er ook tegenkrachten zijn. Als ik naar Duitsland kijk zie ik 100 duizenden mensen demonstreren tegen de opkomst van de AFD. De Duitse regering neemt openlijk stelling tegen neofascistische tendensen en uitspraken. In Polen is na 8 jaar de PIS partij eindelijk verslagen en waait een nieuwe progressieve wind onder leiding van premier Donald Tusk. Ik hoop dat wij er in Nederland niet 8 jaar over zullen doen om de geest van Wilders weer in de fles te krijgen. De sleutels ligt bij de klassieke middenpartijen, waaronder de sociaaldemocratische partijen, om gezamenlijk een regering te vormen en te zoeken naar verbinding in plaats van onderling wantrouwen. Het naar verbinding zoeken is het antwoord om verdeeldheid tegen te gaan. Gelukkig zijn er nog pogingen tot verbinding; het is goed dat onze koning zijn excuses heeft aangeboden afgelopen zomer voor het slavernij verleden. Daarnaast was er de actie van Islamitische en Joodse jongeren die zich verenigden onder de slogan ‘Deel de Duif’. En als laatste wil ik noemen de actie van de moslimgemeenschap in Arnhem waarbij gratis Korans werden uitgedeeld aan voorbijgangers op straat als tegenactie tegen de poging tot een koran verbranding van de Pegida-voorman. In Nederland moet koran verbranding sowieso verboden worden, net als in Denemarken. Dit heeft niets met de vrijheid van meningsuiting of het demonstratierecht te maken.
De Nederlandse media speelt een belangrijke rol in het tot stand brengen van verbinding, maar ook het aantasten daarvan. In een tijd waarin fact checking van onder geschikt belang is dan het werven van aantallen lezers/kijkers, en rellerige uitspraken nu eenmaal meer aandacht opleveren, moet men oppassen niet bij te dragen aan de angst voor de ‘ander’ wat betreft gender, huidskleur, afkomst, seksuele geaardheid en religie.
Een internationaal onderzoek[5] toonde vorig jaar aan dat Nederlandse scholieren opvallend lager scoren op kennis over democratie en burgerschap dan in vergelijkbare landen in Europa – het ging dan bijvoorbeeld om kennis over gelijke rechten van mannen, vrouwen en minderheidsgroepen en de principes van de rechtstaat. Ook scoorden Nederlandse jongeren lager wat betreft hun vertrouwen in de overheid en stemden ze minder. Er is dus werk aan de winkel.
Ik spreek desondanks mijn hoop uit dat de grondwet en de verdragen en onze constituties en de progressieve bewegingen vanuit de samenleving voldoende tegenwicht kunnen bieden om de aantasting van de democratische rechtstaat tegen te gaan. Het is belangrijk hierbij niet te vergeten dat wij allen hierin een stem en verantwoordelijkheid hebben om deze te beschermen. Ten slotte was daar vandaag de uitspraak van het internationaal gerechtshof in de genocide zaak aangespannen tegen Israël. Hierbij waren alle internationale media aanwezig en de ogen van de wereld gericht op Nederland. Wij hebben dus een naam hoog te houden.
Dank voor uw aandacht.
Over de spreker
Cees Korvinus, is advocaat te Amsterdam, gespecialiseerd in het strafrecht. Korvinus studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In 1977 begon hij als advocaat. In de loop der jaren kreeg hij bekendheid door zijn verdediging van notoire criminelen. Ook was hij docent bij de opleiding VSO-Strafrecht van de Nederlandse Orde en bij de Tweede Kamerverkiezingen 2006 was Cees Korvinus verkiesbaar voor GroenLinks. Van oktober 2009 tot februari 2011 was hij voorzitter van de VARA. In het verleden heeft Korvinus bij juridische programma’s van deze omroep geadviseerd. Zo verleende hij zijn medewerking aan verschillende televisie- en radioprogramma’s, waaronder: Barend & Van Dorp, Pauw & Witteman, Pro Deo, 16 miljoen rechters, NOVA en Kijken in de ziel.
Sander Ederveen krijgt postuum de Burgemeester Dalesprijs 2024
De Burgermeester Dalesprijs. Onze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan iemand in het werkgebied van COC Regio Nijmegen die zich vrijwillig en op uitzonderlijke wijze inzet om de positie van andere mensen of gemeenschappen te verbeteren. Zodat iedereen zich welkom voelt en kan zijn wie die wil zijn. Daarmee geeft deze persoon of organisatie op persoonlijke en bijzondere wijze gestalte aan artikel 1 van de Grondwet: het artikel dat het beginsel van non-discriminatie verwoordt. Het is een prijs waar wij trots op zijn.
Ook dit jaar zijn er diverse personen en organisaties voorgedragen, verspreid over de regio. De jury bedankt allereerst iedereen die een kandidaat heeft voorgedragen.
De hoeveelheid aan voordrachten voor deze laureaat die onder de aandacht van de jury is gebracht is overweldigend; een zeer significant aantal voordragers is van mening dat deze kandidaat de Burgemeester Dales prijs verdient. Dat laat volgens de jury zien dat de nalatenschap van deze kandidaat breed gedragen wordt. De Nijmegenaar om wie het gaat heeft met zijn vooruitstrevendheid, creativiteit en doorzettingsvermogen bijgedragen aan ruimte voor diversiteit. Niet alleen in Nijmegen, maar ook ver daarbuiten. In het hele land.
Met zijn tomeloze enthousiasme, gedrevenheid, enorme netwerk en humor heeft de laureaat allerlei activiteiten en evenementen georganiseerd. Vaak begon het met een idee, zocht daar vervolgens draagvlak voor en zette zich daarna volledig in. Hij zocht tegelijkertijd naar mogelijkheden en middelen om het plan handen en voeten te geven. Evenementen werden gestart als vrijwilligerswerk en eindigden in een groot evenement. De laureaat wist veel mensen met elkaar te verbinden voor de emancipatie en acceptaie van de Lhbtq+ gemeenschap.
De meeste mensen kennen de laureaat als Mister Roze Woensdag. Hij zorgde dat Roze Woensdag een begrip werd. Het was vooral zijn persoonlijke gedrevenheid en vrijwilligersinzet die ertoe hebben geleid dat mensen van over de hele wereld – denk dan aan de Vierdaagse wandelaars én Zomerfeestvierders – hun steun betuigen aan diversiteit. De kenmerkende roze kleding en attributen zijn niet meer weg te denken op de woensdag van de Vierdaagse: een prachtige en krachtige symboliek waarvan de boodschap niet verloren mag gaan.
De laureaat was de motor achter vele initiatieven om de zichtbaarheid en de rechten van lhbtq+ mensen te vergroten. Maar ook voor andere doelgroepen binnen Artikel 1 heeft hij veel op touw gezet. Van het Kinderbevrijdingsfestival tot de Nacht van de Vluchteling en het Festival van de Democratie. Activiteiten voor jong en oud en voor mensen met allerlei achtergronden. Het liefst allemaal tegelijk.
En niet zo heel lang geleden had hij nog een nieuw festival opgezet: Rainbow Collective Festival. Alles wat hij deed ademde inclusie. Hij was al bezig met intersectionaliteit, lang voordat deze ingewikkelde term doordrong bij een breder publiek. Het gaat niet over één aspect van identiteit. De laureaat probeerde verschillende identiteitsaspecten te koppelen. Om dialoog op gang te brengen en zo bij te dragen aan een samenleving waarin er plek is voor iedereen. Met
duidelijk het hart op de goede plek voor vluchtelingen. En liefst met een combinatie van ernst én gezelligheid en ruimte voor ontmoeting.
De jury van de Burgemeester Dalesprijs heeft bewondering hoe deze laureaat als persoon het verschil kon maken. Door zijn toewijding en zijn talent om mensen te verbinden heeft hij een grote beweging in gang kunnen zetten die door mensen vanuit de hele wereld gewaardeerd en gesteund wordt. Hij was een boegbeeld en rolmodel voor velen. Het laat zien hoe je als vrijwilliger kunt bijdragen aan meer begrip en verdraagzaamheid. Hij was in staat om het serieuze te verbinden met feestvreugde. Om te vieren dat je mag zijn wie je bent. De jury was dan ook unaniem in haar voordracht aan het bestuur van COC Nijmegen om Sander Ederveen voor te dragen voor de 28e Burgemeester Dalesprijs. Het bestuur van COC Regio Nijmegen heeft op haar beurt de voordracht met open armen ontvangen en overgenomen.
Postuum
Sander heeft in zijn veel te korte leven ontzettend veel betekend voor Nijmegen en daarom reiken we deze prijs postuum uit aan Sander Ederveen. Vandaag zullen de ouders van Sander Ederveen en Igor van der Vlist namens het Rainbow Collective Festival de prijs in ontvangst nemen.